Woensdag 30 november. Het ene jaar zijn ze er meer mee bezig dan het andere, met Sint en zijn pieten. Vorig jaar werd er nog rondgesjouwd met grote zakken, werden cadeautjes ingepakt, was er een groot boek van Sinterklaas gemaakt, met over iedereen vermeld of hij lief of stout was geweest, liepen de kinderen continu in een sint- of pietenpak. Dit jaar is het rustiger. De verkleedkleren liggen er enĀ af en toe loopt er een sint of pietje rond, maar er is geen intensief sinterklaasspel. Ze kleuren een sint-kleurplaat, zoeken de verschillen, doen een zwarte piet-kwartet, maar zo heel veel zijn ze er verder niet mee bezig. Wat dan wel? Buiten, in de speeltuin, in het huisje, glijden en klimmen (tja, is natuurlijk ook pietenwerk), binnen behalve spelletjes en oh ja, ook wel voorlezen uit Sinterklaasverhalen en -boeken, zijn zelfs de allerjongsten hard aan het werk. Iedere ochtend om 9 uur verzamelen zij zich in het de rekenruimte om te gaan rekenen. Na 2 bladzijden werken in het onovertroffen Rekenwonders (de nieuwe rekenmethode uit Singapore, die kinderen al heel jong leert met grote getallen om te gaan en echte wiskunde al vroeg in het programma heeft opgenomen), lezen ze twee bladzijdes, schrijven 2 bladzijdes… zo het werk voor vandaag is gedaan. Nu weer lekker spelen.
Ik heb een kurk meegenomen, voor een rustig zwarte pieten-spelletje. We steken de kurk aan, geven hem brandend door (nou ja, we zien nog een rood puntje en daarna een rooksliert) tot de rook verdwenen is. Degene die de kurk dan in zijn hand heeft, mag een zwarte streep in zijn gezicht of op zijn hand zetten. Een spannend (“Fire!”, zegt Anne Sophie) spel, waarbij je geconcentreerd de kurk doorgeeft en goed oplet of er nog rook te zien is. Fijn om zo even zwarte piet te zijn.