Woensdag 20 december. Ik loop rond en zie dingen gebeuren. Niets opvallends, maar wanneer je er betekenis aan geeft, gaat het voor je leven. Grote kinderen, 12-plussers, aan een tafel met Marty, kletsen over het leven. Over de komende kerstborrel, naar Spanje gaan, wat je later wil gaan doen. Korte gesprekken, ze geven even iets aan, stof tot nadenken. Ieder denkt mee en voelt zich gehoord in wat hij zegt. Meningen tellen.
Even later in de jungle. Schrijfdans gaat zo beginnen. Sommige kinderen zijn er al. Rowan en Simon schreven al verlanglijstjes voor Sinterklaas. Nu dat achter de rug is, beginnen ze met verlanglijstjes voor hun verjaardagen (in februari en september). Ze schrijven rijen cijfers van technisch lego bouwwerken. Tenslotte zegt Simon: “Je moet er wel technisch lego bijschrijven, anders weten ze niet waarvoor die nummers zijn.” “Oké”, zegt Rowan (5 jaar), en hij begint de letters te tekenen. Simon wil hem helpen. “Ik kan het wel zelf hoor”, zegt Rowan, en hij schrijft dapper door, tot de woorden op zijn lijstje staan.