Vrijdag 20 februari. Vrijdag kookdag. Vandaag staan er vissticks op het programma, met gebakken aardappels, appelmoes en komkommer. Ik snijd de aardappels vast in langwerpige stukken – die moeten twee uur in de oven. Dan is er rekenen en een portfoliogesprek; daarna gaan Heleen, Sjoerd en ik in de keuken aan de slag. Komkommers snijden en vissticks bakken.
Op de tweede dag van mijn cursus "MediĆ«rend leren" (van de IsraĆ«lische professor Feuerstein) heb ik geleerd: "helpen met je handen op de rug". Dat probeer ik nu te doen: ik ben er bij en kijk er naar, zeg af en toe iets, maar raak geen spullen aan. Sjoerd wijst Heleen waar staat wat je moet doen: "8-10 minuten in de frituur. "Maar we hebben geen frituur" zeg ik, en ik wijs op de pannen die al klaar staan op het fornuis. "O ja." Weer lezen ze: "Circa 4 minuten bakken aan elke kant." Dus daar gaan ze: boter in de pan, wachten tot die is gesmolten, vissticks erbij (zoveel mogelijk in de pan) en wachten, wachten tot ze gaar zijn. Heleen heeft ze er uitgehaald, ik kijk, snijd er een doormidden, proef… lauw en niet gaar. Gauw leg ik ze terug in de pan.
Wat is het soms moeilijk om daadwerkelijk niets te doen, erbij te staan en alleen te kijken. Had ik alle kinderen ongare vissticks moeten laten eten? Had ik Heleen zelf moeten laten snijden en proeven en merken dat ze niet gaar zijn (ze heeft geproefd en vond ze lekker!)? Had ik van te voren moeten overleggen: hoe weet je wanneer ze gaar zijn? Ja, misschien was dat het beste geweest. Zo leren ook wij elke dag weer.