Maandag 10 oktober. Na een heerlijk weekend kamperen op de Veluwe, sporen zoeken en vinden (wist je dat er op 1 eikenblad wel 3 verschillende beestjes kunnen wonen?), observatie-spelletjes doen, wilde zwijnen horen in het donker, liedjes zingen met gitaarbegeleiding, slapen met 7 laagjes aan, gesmeerde boterhammen met jam en kaas eten, zijn we maandag weer terug op school. Robin had al meer dan een jaar geleden bedacht dat hij een sporenweekend wilde organiseren voor de kinderen (en begeleiders) van De Vrije Ruimte. Samen met zijn vader ging hij een paar weken geleden naar de camping om het weekend voor te bereiden. Het was geweldig! We waren er met 10 leerlingen, 2 begeleiders van school, de ouders en het zusje van Robin. De eerste nacht en dag waren even wennen: hoe gaat kamperen eigenlijk, hoe zie je sporen, waarom moet je stil zijn? De tweede dag konden we zelf al sporen herkennen en benoemen: een afdruk van een zwijnenpoot, een schuurplek van een ree, een spoor van een konijn. Als je goed om je heen kijkt, zie je veel meer.
Vandaag dus naar Meyendel, ook een voorstel van Robin. Op de fiets, met drie kinderen. Nog voordat we er zijn komen we langs een zandplek. Robin stapt af: “Kijk, verse reeënsporen!” We wandelen, zien paddestoelen met paarse plaatjes, een grote zwarte kever, blaadjes met gal, konijnenkeutels, een geringde boom “die is waarschijnlijk ziek” zegt Robin, proeven van de duindoorn (wel heel erg zuur) en genieten van weer en de wind. Terug er tegenin. Wat fijn dat het kan op De Vrije Ruimte: een dagje er op uit om nieuwe sporen te ontdekken.