Maandag 6 juli. Omdat er in de werkruimte gesprekken worden gevoerd, rekenen we vandaag in de basisruimte. De ruimte waar mensen bezig zijn met spelletjes, kletsen, elkaar voorlezen. Wij zitten met zijn drieën aan de grote tafel en behandelen de splitsen en de minsommen tot 10. Het lukt de beide leerlingen steeds beter. Ik heb ook de houten doos met magnetische cijfers, minnen, plussen en = – tekens meegenomen. Noor en Emma hebben wel zin om daarmee te spelen. Nou ja, spelen, Emma ziet meteen hoe het werkt en gaat sommen leggen. 8 + 8 =; 16 + 16 =; 1 + 2 = ? Tot de = – tekens op zijn en het tijd is voor iets anders. Om beurten trekken de meisjes een cijfer en leggen het neer in het goede hokje. "Als je de 20 trekt heb je gewonnen!", zegt Emma. Zo ontstaat hun eigen spel dat ze vol vuur spelen.
Later op de dag speel ik met een paar anderen nog Halli Galli, het spel waarbij je op een bel moet drukken als je vijf dezelfde vruchten ziet op de speelkaarten. Het gaat snel en het is spannend, en voor jong en oud leuk om te spelen. Sommigen kijken even, komen erbij zitten, en doen het tweede potje mee. Op deze manier creëer je een omgeving waarin spelen met cijfers een leuk tijdverdrijf wordt, en het leren rekenen bijna vanzelf gaat.