Tips voor het formuleren van een voorstel
Leerlingenkring, woensdag 9 uur. Een ervaren gespreksleider leidt de rondes. In de openingsronde wordt gevraagd: ‘Waar wil je het over hebben?’ “Over het afschaffen van de schermpatrouille”, zegt Andreas. “Over de indeling van de kringen van het VO”, zegt een ander. Beide punten komen op de agenda. Sinds juni is er een schermbrigade die regelbrekers (degenen die zich niet houden aan de schermafspraak) opschrijven in een boekje. De namen van de regelbrekers worden voorgelezen in de maandagkringen en de mentor spreekt regelbrekers aan op hun gedrag. De schermafspraak is:
‘Je mag alleen op je scherm in les- of werkverband of om snel even iets te regelen of op te zoeken met een doel. In de kleine pauze (10.00-10.30) mag je ook zonder doel op je scherm. De woonkamer, speelruimte en stilteruimte zijn schermvrij, behalve voor de notulen tijdens de maandagkring.’
Nu, na zoveel maanden, lijkt het alsof de schermbrigade niet meer werkt: leerlingen die opgeschreven worden, boeit het niet. Het heeft geen effect meer. Het volgende voorstel komt er: ‘We zetten de schermbrigade op non-actief. Evaluatie na de voorjaarsvakantie.’ Hier kan iedereen mee leven: CONSENT!
Daarna gaat het over de indeling van de kringen in het VO (voortgezet onderwijs). Er zijn nu drie kringen: vo-onderbouw, vo-middenbouw en vo-bovenbouw. Deze indeling lijkt niet meer kloppen, omdat op De Vrije Ruimte de niveaus per leerling kunnen verschillen. Misschien doe je wel wiskunde op onderbouw-niveau en aardrijkskunde op bovenbouw-niveau.
Wat kan de leerlingenkring hierover zeggen? Allerlei ideeën worden geopperd. Dan rijst de vraag: ‘Moeten we hierover een voorstel maken?’ We doen een rondje, duimen wijzen omhoog en naar beneden. “We doen dit even democratisch”, zegt de gespreksleider. “Meer duimen omhoog, dus er moet een voorstel komen.” Een van de leerlingen wil het wel proberen. “Hoe moet ik dat doen?” Een tip van de gespreksleider: “Neem in je voorstel mee wat iedereen gezegd heeft.” Het wordt: “We laten het zoals het is.” (Het idee hierachter: de leerlingen blijken eigenlijk allemaal tevreden met hoe het nu gaat).
Geen CONSENT. “Waarom moeten we eigenlijk een voorstel doen?”, vraagt iemand die daarvoor ook al tegen was. Er komt weer een duimen omhoog of duimen omlaag ronde. Nu wijzen alle duimen naar beneden. “We geven het punt terug aan de VO-begeleiders, zij konden er immers niet meer mee leven”, zegt de gespreksleider. En zo sluiten we af, terugkijkend op een interessante uitwisseling van meningen.