Maandag 13 september. Wat opvalt aan het begin van de vierde week in dit nieuwe schooljaar: de werksfeer die er heerst. Hoe het komt? Misschien omdat we elke dag stipt om negen uur beginnen met lessen: lezen, rekenen, Engels, werkbegeleiding, wiskunde, cello….Misschien omdat de kinderen zeer gemotiveerd zijn om aan het werk te gaan, zich open te stellen voor onbekende stof, nieuwe dingen willen leren. "Anders kun je straks als je oud bent nog niet lezen! Dat wil je toch niet?", hoorde ik de ene kleuter tegen de andere zeggen. Hun gretigheid is fascinerend. Zo wil Robin zo snel mogelijk alle Pi-Spello spellingsboeken uitwerken. Hij vindt het heerlijk om in een vast stramien de opdrachten te doen en zo goed te leren spellen. Aan het eind van de les is hij al halverwege zijn boek en hij gaat nog even door.
Tycho en Zita lezen ieder in hun eigen leesboekje, vragen een letter als ze hem niet herkennen en lezen weer verder. Voor hen hang ik de tweeklank-kaarten van Pi-spello op de deur, zodat ze zelf de letter die ze niet meteen herkennen kunnen zoeken, vinden en lezen. Want hier staat bij de OE een grote koe getekend, bij de IE een mier, bij de UI een muis, bij de EU een neus. Zo zien zij hoe ze de tekens moeten uitspreken. 's Middags lees ik Yanna, Tycho, Zita en Deyk het verhaal van Kleine Hein voor, waarin alle woorden die er in het Nederlands bestaan met een 'korte ei' voorkomen. Ongemerkt leren ze zo al spellen, want de ij-woorden die niet in het boek voorkomen, schrijf je dus met een 'lange ij'. Die ij, daar moet Kleine Hein van spugen! Dat onthouden ze wel. Heel fijn om zo met spelling bezig te zijn!