Donderdag 17 december. Een witte wereld, wat een feest. Ik ben nog niet binnen, of iedereen is alweer buiten. Sneeuwballen gooien, sleetje rijden op de afgeschroefde deksel van de kliko, sneeuwfoto’s maken (met een ouderwetse camera: een conservenblik met daarin fotopapier en een klein gaatje om het papier te belichten. Je richt het op iets, 2 tot 4 minuten, ontwikkelt het papier en het negatief van een gewone foto verschijnt – fantastisch! Zo werken foto’s dus, vroeger tenminste…). Binnen even warm worden, thee drinken, handen wrijven, en weer naar buiten. Sneeuwballen gooien tijdens de gymles met Saskia, sleetje rijden – nu met echte slee en twee grote plastic zakken- van het heuveltje in het bos. Hoeveel kinderen passen er op 1 plastic zak? Hoe lang gaat dit goed? Zo hard de heuvel af, soms met zijn allen tegelijk, rakelings langs een muurtje. Ik sta en kijk, roep soms: "kijk uit". Maar ze weten wat ze doen. Soms klagen ze dat iemand steeds erop springt, op de plastic zak, terwijl ze dat niet willen. "Als je er last van hebt, moet je daarover een afspraak maken", opper ik. Maar dat gebeurt niet, dus, is mijn conclusie, zullen ze er ook wel niet zoveel last van hebben.
Het winterweer is heerlijk. Rode wangen, koude oren. Naar binnen warm worden, een chocolaatje eten en ten slotte naar buiten, naar huis. Wat een dag! We namen ook nog afscheid van René, onze stagiair tussen herfst en kerst. Hij was er, was er voor de kinderen, wist hoe hij met iedereen even een praatje kon maken, een spelletje doen, een partijtje stoeien. De kinderen missen hem nu al, en wij ook!