Vrijdag 20 juni. Wat heerlijk om een vader erbij te hebben die het ontzettend leuk vindt om spannende dingen met de kinderen te ondernemen. Vorige week uilenballen uitpluizen, deze week: zelf raketten bouwen en afschieten. Eerst maakt hij het principe duidelijk: hoe kan het dat de raket (een voor 1/3 met water gevulde fles met kurk met daarin een ventiel) de lucht ingaat? Je zet de fles met de kurk naar beneden in de ‘raketbasis’, pompt met een fietspomp lucht in de fles; door de druk die dan ontstaat, schiet de kurk eraf en vliegt de fles omhoog. Het water is nodig om hem kracht te geven hoger te gaan. De kinderen snappen het snel en gaan aan de slag om van lege plastic flessen een raket te maken. Sommigen maken er een parachute aan vast, met een legomannetje eraan. Dan gaat het beginnen, zouden ze echt allemaal de lucht ingaan?
We zien wat er gebeurt als er teveel water in de fles zit: door de zwaarte gaat de raket nauwelijks omhoog, en worden je kleren nat. Na even experimenteren doet de parachute het ook, en landt de raket redelijk zacht weer op het gras. Met het legomannetje liep het slechter af: hij werd uit ekaar gerukt. Een volgende keer zullen we ervoor zorgen dat die ook een zachte landing krijgt.