Woensdag 21 april. Het is al een maand lente, maar vandaag is het koud, al schijnt de zon. Kinderen hebben daar weinig last van en vermaken zich prima buiten op schommel, met voetbal, met techniektafel waar ze ijslolly-stokjes aan elkaar lijmen tot een bouwwerkje. Wij kijken en denken na over de beste begeleiding voor ieder kind. De een wil meer structuur dan de ander; die wil graag een rooster van uur tot uur, zodat duidelijk is waar hij en toe is en wat er van hem verwacht wordt. De ander doet mee aan een paar vakken en wil de rest zelf invullen, die heeft graag veel vrije tijd om eigen dingen op te pakken. Of je doet nog nergens echt aan mee en kijkt overal wat er gebeurt en denkt stiekem na wat jij op De Vrije Ruimte zou kunnen doen.
De net-beginnende lees- en schrijfkinderen leren op verschillende manieren. De een door haar eigen verhaal te bedenken, het op te schrijven en het terug te lezen. De ander, denken we nu, door letters na te schrijven, de echte mooie aan-elkaar-letters, en met die letters later kleine aan-elkaar-woordjes, die ook weer eerst voorgeschreven staan. Leren door te kijken, door na te doen. Volgende week gaan we zien of het echt zo werkt. We beginnen met ‘schuin omhoog, naar beneden, puntje erop’, de letter i dus.