Maandag 1 juli. Schoolkring, plakboek kijken, Franse les met: Qu’est-ce que je fais? (leerlingen beelden iets uit, anderen raden wat het is), lunchen, buiten zitten bij de trampoline en cijfers geven voor de koprollen, salto’s en sprongen van de jongens (daar vroegen ze natuurlijk zelf om), fruit schillen. Zo zag mijn dag eruit. En toen kwam Anne Sophie (5 jaar).
Ze keek naar de grond. Daar krioelden wat mieren door elkaar heen. “Dat zijn meisjesmieren”, zei Anne Sophie. “Hoe weet je dat dat meisjes zijn?”, vroeg ik. “Van de kriebelbeestjes.”(Zij ging afgelopen vrijdag naar een les over kriebelbeestjes in het Museon). “En waar zijn de jongens dan?” “Bij de koningin!” De dag was goed.