Vrijdag 13 juni. “Kunnen kinderen van 4 al zelf bepalen wat ze willen?” is een vaak gestelde vraag aan ons, begeleiders op De Vrije Ruimte. Juist kinderen van 4 zijn heel goed in staat om te kiezen. Ze zijn niet anders gewend. Thuis spelen ze meestal zonder dat iemand hen precies vertelt wat ze moeten doen en hoe ze dat moeten doen. Hier op school gaan ze daarmee door, nu met nieuwe kinderen om hen heen, van hun eigen leeftijd en ouder. Vaak beginnen ze in hun eentje, op een veilige plek, meestal de bouwhoek. Daar zijn kapla, lego, autootjes, houten treinrails, magneetballetjes en staafjes, Donald Duckjes en een beer om op te zitten.
Even tot rust komen met Donald Duck
Andere kinderen komen daar, beginnen ook te bouwen, te lezen of te spelen. Soms doet de 4-jarige mee, soms blijft hij zelf spelen, of komt even kijken of jij er nog bent: Zie je mij? Ja, ik zie jou. “Ik wil nu gewoon even rondlopen”, zegt hij. “Dat is goed”, zeg ik. Rondlopen om je gedachten te ordenen, even te mijmeren, indrukken te verwerken. Een natuurlijke behoefte die ook op school gemakkelijk vervuld kan worden.
Het spelen verplaatst zich naar de speelruimte, de poppen, het eten. “Zal ik wat lekkers voor je maken?” “Dat lijkt me heerlijk!” Ik krijg een bordje met kip en friet en een grote pizzapunt. Ik loop mee als hij naar de wc moet om het licht aan te doen en te wachten tot hij klaar is. In de gang komt hij iemand tegen: “Zullen we naar buiten gaan?” Buiten stoeien ze, springen op de trampoline, nemen stokken in hun hand, zijn ridders, boeven, politie, cowboys. Het samen spelen is begonnen.
Rekenen in het gras
Een ouder kind gaat naar zijn les. “Ik ga even rekenen.” De inmiddels vijfjarige zegt: “Ik wil ook rekenen.” Een boek heeft hij al gekregen. Tellen, kleuren, splitsen. “Marty, wil jij met ons rekenen?” Ze gaan buiten zitten, één in de schaduw, de ander in de zon. Ze tellen op hun handen, tekenen de cijfers. Tot ze er genoeg van hebben. “Nu heb ik dorst.” Ze schenken zichzelf een beker water in en hoeven niet eens na te denken wat ze daarna gaan doen. Naar buiten natuurlijk, fietsen, parcoursen maken, hard rijden. Tot ook dat weer klaar is. “Nu wil ik een spelletje met je doen.” Hij kiest een spel, we zitten in de zon en vragen elkaar naar kaarten. Een kind van 4 of 5 kan heel goed aangeven wat hij nodig heeft. Geef hem ruimte en vrijheid om dit te ontdekken en bied hem veiligheid: Wij zijn er voor jou.