De eerste week is voorbij. Vasthouden van vakantiegevoel lukt nog aardig. Kinderen vinden elkaar in spel en studie en wij als begeleiders kijken ernaar en doen wat nodig is. Soms ingrijpen als het uit de hand dreigt te lopen, vaker erbij zijn en kijken. Niets zeggen en aanwezig zijn. Meestal is dat genoeg om te zorgen dat dingen goed blijven gaan.
Er zijn lessen. Lezen-schrijven-rekenen. Ik heb een leuk groepje dat net begint, alhoewel sommigen al een tijdje bezig zijn. We kijken een filmpje van een letter, zoeken samen naar woorden waarin je die letter hoort, schrijven hem in zand en met kleurtjes. Met rekenen maken we grote getallen van heel veel cijfers. 1.958.674…Hoe spreek je dat uit?
Een jongen komt niet naar de koek en wil later ook niet lunchen. We laten het voor vandaag. Als hij weggaat zegt hij: “Morgen ga ik wel koeken en lunchen.” Zelf ontdekken wat nodig is. Dat proberen wij ook te doen.