Woensdag 8 juli. De laatste woensdag van dit schooljaar, de laatste dag in het gebouw (de scouting heeft hierna de ruimtes nodig om hun kampeerspullen neer te leggen). We hebben weinig uit de kast gehaald, maar iedereen vermaakt zich met de spullen die er wel zijn. Soms heb je maar weinig nodig. Emma en Noor zijn aan het tekenen en kleuren. Yanna, Zita, Tycho en Paula spelen buiten en binnen, tikkertje en op de skates. De drie grotere jongens zitten aan tafel in de speelruimte. Weg van de anderen, maar wel in de buurt. Ze hebben een boek met een soort rune-tekens en schrijven daarmee geheime boodschappen op een papier. Wij mogen de tekens niet zien. Ondertussen citeert Robin de tekst van de brief uit ‘De brief voor de koning’. Ook een brief in geheimtaal, die de hoofspersoon uit zijn hoofd moest leren om aan de koning over te brengen.
Ridders en koningen, geheime tekens en brieven (het liefst met verbrande randen en onzichtbare inkt), zwaarden, stokken en speren, het genootschap van de gouden ridders… Dit jaar is wel duidelijk geworden waar de harten van onze jongens naar uitgaan. Een leven in de Middeleeuwen, met heldenmoed, zwaardgevechten en geheime boodschappen. En het liefst een eigen geheime plek midden in het bos, waar verder niemand mag komen.