Vrijdag 11 november. Taalclub met nieuwswoorden, Chinees met liedjes en leuke klanken, puzzelen, spelletjes binnen. Dan opeens vliegt de deur open, rennen kinderen naar buiten, de speeltuin in. De jongsten op de glijbaan. “Help, ik val”, ze reiken elkaar de hand en trekken elkaar omhoog. Anne Sophie van 4 trekt Yanna van 7 naar boven. Samen glijden ze weer naar beneden. Rennen door de gevallen blaadjes. Even op de grote schommel, dan weer de glijbaan.
Oudere kinderen ’tienen’. Ik vroeg nog: “Lijkt dat op een-en-twintigen?”, maar het blijkt geen kaartspel, maar een voetbalspel. Onnavolgbaar als je de regels niet kent. De bal naar elkaar overschieten en proberen het doel te raken. Je hebt 10 levens en bij 5 levens rent opeens iedereen weg. Ik denk dat je het gewoon mee moet spelen om het te kunnen begrijpen. 9-10-11-13- en 15-jarigen spelen dit met elkaar in goede verstandhouding. Ik kijk en ben blij met deze leerlingen op onze school. Zelf kiezen, weten wat je doet, groeien door te spelen. Zo werkt het echt.