Vrijdag 28 oktober. Waarom willen kinderen naar school? Om hun vriendjes en vriendinnetjes te zien en lekker met hen te kunnen kletsen, spelen, werken. Ja, dat laatste ook. Vrijwillig geven leerlingen zich op voor lessen rekenen, taal (werkstuk schrijven tijdens taalclub bijvoorbeeld), aardrijkskunde, geschiedenis, biologie, Chinees, Engels, techniek. Als je het aan de kinderen zelf overlaat, weten ze heel goed wat ze kiezen en waarom: “Ik ga spelling doen, want dat wil ik nog beter leren”, zegt Zita bijvoorbeeld. “Ik kies Chinees, want daar wil ik eindexamen in gaan doen”(Miquel). Zo kiest ieder wat voor hem of haar op dat moment het beste is, omdat hij er meer van wil weten, het beter wil kunnen, geïnteresseerd is in de verhalen (bij geschiedenis van Herman).
Vandaag is Stephanie er ook. Zij gaat lezen en schrijven met de jongsten en heeft zelf leuke dingen bedacht om te gaan doen. Een verhaal voorlezen waar dieren in voorkomen, hoor je de naam van het dier, dan zet je een streepje achter dat dier op je blad. Weer eens iets anders dan zelf lezen. En blind letters voelen? Ook dat is spannend. Het enthousiasme van de leerkracht springt over op de leerlingen. Bij het naar huis gaan hebben ze het er nog over: “Ik zie niks, maar jij bent Claartje.” Toch prachtig hoe zo’n les aanzet tot spel, fantasie, en vrolijkheid.