ieder schreef zijn mooiste woord of klank op
Donderdag 31 januari. Een gedichtendag die aan het eind voelde als een ‘wilde dag’. Dat kwam door alle dingen die er tussendoor en onverwacht gebeurden. Dingen waarop we wel moesten reageren. Een jongen die gestresst een les in stormt. Wat er aan de hand is weet ik niet, maar het lijkt me goed om even met hem te praten. Dat doe ik meteen. Praten en luisteren kosten tijd en het is belangrijk om die tijd te nemen. Voor je het weet ben je zelf aan het woord en ga je vertellen wat jij de beste oplossing vindt. Ik probeer om dat niet te doen en te vragen wat hij, de jongen, zelf zou willen doen om dit op te lossen. Dat is lastig. Dan stel ik voor om met de andere betrokkenen te gaan praten en daarna nog eens met zijn allen. Zo kunnen we ieders interpretatie van de gebeurtenis horen en misschien daardoor elkaar beter begrijpen.
Verder was het druk in de basisruimte, waar het groepje jongens voor de allerlaatste keer oefende met Nop voor de legoleague Benelux-finale a.s. zaterdag in Groningen. Zullen ze weer een prijs gaan winnen? Myriam is ondertussen met haar leerlingen bijna klaar met het bijbehorende onderzoek naar een hulpmiddel voor ouderen: een (zelfgemaakt) fluitje om tijdens noodsituaties op te blazen: sneller dan 1-1-2 bellen en zeker zo effectief. Tafeldekken, afruimen en afwassen verloopt vandaag minder soepel dan anders. Komt het door de wind, die heel hard waait, dat iedereen zo onstuimig is?