Maandag 28 november. En dan is het zover, de week van de chocola. Toch maar geen bergen chocola gekocht, maar eerst maar eens geïnventariseerd wat de kinderen al weten en wat ze nog willen weten over chocola. Ik deed dit tijdens de schoolkring en schreef het voor iedereen zichtbaar op een groot vel papier. “Wat? Is dit een les? Ik wil geen les!”, zegt een van de nieuwere leerlingen. “Dit is de schoolkring!” Ik zeg dat ik graag wil horen wat iedereen wil weten, dan kan ik aan de hand daarvan bedenken welke activiteiten we gaan ondernemen. Hij blijft bokkig, wil geen antwoord geven en wil vooral dat alles snel voorbij is en hij naar buiten kan. (Voor de duidelijkheid: dit heet ontscholen).
Na de schoolkring proeven de leerlingen die graag mee willen doen chocola (zoet natuurlijk) in combinatie met zoute dingen (chips, cashewnoten) om het verschil te kunnen aangeven. Chips na chocola vinden de meesten helemaal niet lekker! Anne Sophie houdt niet zo van chocola, wel van de chips. Niet iedereen wil ook alles proeven, soms weten ze al dat ze bepaalde dingen niet lekker vinden. Proeven hoeft dan niet. Wat opvalt is dat ze allemaal goed weten wat ze proeven: melkchocola, pure chocola, héle pure chocola. Die smaakt bijzonder, is harder, bitterder, ‘een beetje zuur’. Ze vinden het wel lekker, die 78 % cacao. Even naar de vragen gekeken en sommige snel beantwoord. Maar na een half uur proeven en nadenken willen ze allemaal naar buiten. De vragen (zoals ‘waarom krijg je pukkeltjes van chocola?’) blijven, afgesproken wie op zoek gaat naar de antwoorden. Vrijdag gaan we dat aan elkaar vertellen. En zelf chocola maken natuurlijk!