Vrijdag 14 december. De volgende ochtend heb ik spierpijn in mijn rechterarm, van het telkens weer gooien met de bal naar de pilonnen van Miquel. We deden trefbal met z’n tweeën, dus je was vaak aan de beurt. Wie het eerst twee pilonnen om had gegooid, of de ander twee keer afgooide, die had gewonnen. Miquel won de meeste keren – en het was heerlijk om buiten te spelen.
Dat kwam eigenlijk zo: ’s Morgens vroeg zei Tycho: "ik wil naar buiten!" OK, jas aan, schoenen aan en hup we gaan. Yanna en Emma kwamen ook, met de bal en de pilonnen. We zetten alle pilonnen bij elkaar, "en", stelt Emma voor, "we proberen ze om te gooien, dan krijg je een punt." Om de beurt, Emma regelt het wel even. Het blijkt moeilijk om ze om te gooien. "Kom, we zetten ze op een rij", zegt Emma. Dat doen we, en dan gaat het beter. Als Miquel even later buiten komt, wil hij graag trefbal doen. "We zijn nu Emma’s spel aan het doen, maar straks kan het wel," zeg ik. Yanna, Tycho en Emma gooien nog een paar keer, dan is het over. Yanna gaat naar binnen, Tycho ook, en voor Emma is het dan ook klaar. Ha, denkt Miquel, nu gaan we lekker hard gooien!