Woensdag na de herfstvakantie. Iedereen is weer een beetje geland op school. Ik zit bij de kleuters en doe een spel met Jim ‘Boonanza’. Hij heeft zijn eigen spelregels verzonnen en gebruikt zijn hoge kaarten nog een keer om zo mijn kaarten af te kunnen pakken. Later lees ik de spelregels en zie dat het een ingewikkeld spel is voor kinderen vanaf 12 jaar. Om half elf komt Loïs naar me toe. Ze wil graag een sjaal breien. Thuis heeft ze al een breiwerk liggen, nu wil ze het ook hier doen. We zoeken naalden en wol en ze begint. Ze kan het al, alleen het opzetten is nog lastig. Herfstkleuren wil ze, oranje, geel en wit. Ze begint met oranje en gaat na een paar naalden verder met geel. Ik hoef niet te helpen. Semsy komt binnen: “Ik wil ook breien.” Ze heeft het nog nooit gedaan. We kiezen naalden en kleuren wol, blauw en paars. Ik zet twintig steken voor haar op, ga achter haar staan, zodat ik samen met haar de naald kan insteken, de draad omslaan, kan doorhalen en de steek kan af laten gaan. Na een paar steken kan ze het al zelf. Berend ziet wat we aan het doen zijn en heeft ook interesse. Hij zoekt zelf twee dezelfde breinaalden en pakt rode wol. Ook hij wil een sjaal breien. Net als we samen zijn begonnen om de eerste steken te breien, is het alweer tijd om naar huis te gaan. De breiwerkjes gaan in de la. Morgen verder. Ze hebben er zin in en ik ook!