Maandag 6 juni. Weer beginnen. Inruimen, koffie zetten, even aan tafel zitten met een aantal ouders en kinderen. Schoolkring waarin nieuwe dingen aan de orde komen, onder andere het tientje per maand dat elke leerling per volgend schooljaar krijgt voor zijn eigen persoonlijke ontwikkeling. Ideeën zijn er meteen al en na de schoolkring worden er driftig lijstjes geschreven met voorstellen.
Wat ga ik doen? Nog even tijd tot de spelling-les begint. Ik lees met Paula een boekje, kijk rond wat iedereen doet en ga dan naar de jungle. Zet de computer aan voor Robin, die hierop zijn spellinglessen maakt. Freek, Jaidyn en Emma willen graag een verhaal schrijven en zo met spelling bezig zijn. Marieke werkt uit haar werkboek, Pepijn uit zijn tekstboek. Ik kijk en begeleidt, het gaat goed maar de tijd is kort. Zo alweer lunch.
Na de lunch hink ik op 2 gedachten. Ik wil graag gewoon ‘er zijn’, doen wat nodig is, zien waar de kinderen mee bezig zijn. Maar er is ook een programma, waarin ik een rol heb die ik moet vervullen. Om de beurt doe ik met een aantal leerlingen ‘ik leer anders’. Ja, dit is wel wat ik wil: individueel leerlingen verder helpen, met een duidelijk doel voor ogen: leren spellen, de tafels leren, woorden leren schrijven. Gemerkt dat dat het beste werkt voor beide partijen, leerling en begeleider: zo duidelijk mogelijk je doel bepalen en daar naar toe werken. Ongeïnspireerd oefeningen maken leidt tot niets (eigenlijk is het gek dat dit ook bij ons gebeurt, maar kinderen zijn gehecht aan hun boekjes, schriftjes en schrijven; het lijkt of je heel wat doet, maar: wat heb je nu uiteindelijk hiervan geleerd?).
We gaan ook nog zingen, en ook dit dient nu serieus te worden aangepakt, in verband met de komende uitvoering. Even omschakelen voor iedereen. Toch leidt dit later tot meer bevrediging; je hebt echt iets gedaan en weet waarvoor je het doet. Het leuke is: telkens leer je weer, iedere dag, ieder uur. Ik geniet verder nog van dingen die gewoon gebeuren: Paula die Rowan voorleest, Paula die een sticker vraagt voor een slak: ‘zo kunnen we hem altijd terug vinden’. Er is zoveel wat wij nog van de kinderen kunnen leren!