Woensdag 23 maart. Alweer heerlijk weer. Rianne is ziek, ik vervang haar in de werkruimte en begeleid de kinderen die daar aan het werk zijn. Engels, Nederlands, spelling… Soms helpen ze ook elkaar, dat gaat heel goed. Om 10.30 uur komt de moeder van Irene. We hebben al een dag gehad over het Joods geloof, zijn naar een synagoge geweest (waar we heel oude Thorarollen mochten zien) en vandaag komt zij vertellen over een Joods feest: Poerim, met de koekjes die erbij horen (gebakken door Irene). De meeste kinderen zijn wel benieuwd naar het verhaal. Ze heeft kleine vingerpopjes meegenomen die het verhaal illustreren. Het is spannend: over koning Ahasveroz en zijn Joodse vrouw Esther, haar oom Mordechai die een moordaanslag op de koning voorkomt en de eerste minister Haman, die het hele Joodse volk wil uitroeien omdat Mordechai niet voor hem boog. Van dit voorstel – Joden aanvallen- is een wet gemaakt, ‘een wet van Meden en Perzen’ en die kon niet veranderd worden. Wel mogen de Joden zich verdedigen op de dag dat ze worden aangevallen. Hun lot wordt hierdoor gekeerd en dat wordt gevierd tijdens het Poerimfeest. Haman werd opgehangen. Daarom worden de -heerlijke!- koekjes Hamansoren genoemd. Vol van het verhaal smult iedereen van de koekjes. ’s Avonds in bed zegt Marieke: “Ik ga nooit meer duimen! Dat is een wet van Meden en … wat was het ook alweer… o ja, een wet van Meden en Perzen.” We zullen zien….