Maandag 31 januari. Discussie in de schoolkring over verdwenen pokemonkaarten. Hoe kunnen we voorkomen dat kaarten verdwijnen? Leg ze in je la of tas, of houd ze thuis! Natuurlijk is de afspraak dat je elkaars spullen met rust laat. Dan rekenen en spellen: ei of ij, d of t. Mees oefent voor het laatst de d’s, t’s en dt’s en weet het allemaal. Morgen eerste dag Cito groep 8! Een rustig plekje in het theater voor hem alleen, met sterke kauwgom en een flesje water. Lunchen met lekkere kaas die nog over is van het eigen beleg, dat iedereen vorige week meenam. Herman met geschiedenis, Janneke met kalligrafie en communiceren.
Discussie over hoogbegaafden? Nee, die hebben we niet vandaag. Wel kocht ik op de NOT het boek met bovenstaande titel. Speciaal geschreven voor kinderen die aanlopen tegen hun anders zijn omdat ze hoogbegaafd zijn. Een boek dat zo is geschreven dat je in een oogopslag per bladzijde ziet waar het om gaat. Duidelijke plaatjes, gekleurde woorden, symbolen. Hoogbegaafden denken sneller, hebben ander gereedschap. Maar wat doe je met dat gereedschap als er niets is waar je het op in kunt zetten? De kunst is, ook bij ons op school, om uit te vinden hoe en waarvoor de hoogbegaafden hun gereedschap kunnen gebruiken. Hun helpende handen hebben we daarbij wel nodig, want ‘hoort-ie niks, dan doet-ie niks’, aldus een uitspraak uit het boek. De leerkracht/begeleider moet weten wat deze leerling wil voordat hij hem adequaat kan ondersteunen bij de uitvoering.