Vrijdag, 10 uur: de broodjes moeten worden gemaakt, want anders zijn ze niet op tijd klaar voor de lunch. Het geknede deeg krijgt snel vorm. De kinderen zijn er inmiddels aan gewend dat we dit op vrijdag doen, de ene keer besteden we er veel tijd aan (zoals vorige week, toen de broodjes gevuld werden met appel en ham), de andere keer is het meer iets dat er nu eenmaal bijhoort ("ja hoor, we doen het wel even" en onderbreken ze hun spel voor 5 minuten).
Na de lunch (de broodjes waren weer heerlijk, maar van de oorspronkelijke vorm was niet veel meer over -"ze groeien in de oven’- ) wil iedereen graag naar het strand. Scheppen en emmertjes worden verzameld om straks een zandkasteel te bouwen. De weg naar het strand is langer dan we dachten, maar als we er zijn is het meteen goed, en gaat iedereen aan de slag: water halen om modder te maken, met een schep lijnen trekken om de contouren van het kasteel aan te geven, graven om een huis te maken. Tycho wil graag zijn met zand gevulde emmertje omkeren: de toren van het kasteel. Ik word helemaal enthousiast en ga samen met hem verder met de muren en nog meer torens. Wat een voldoening als daar na tien minuten een heus kasteel is verschenen. Zand, (zon) en zee, meer is er niet nodig om kinderen en volwassenen uren intensief bezig te laten zijn.