Maandag 5 november. Koud? Nee, heerlijk herfstweer. We zien het en gaan naar buiten, naar ‘de hut’. Met Miquel en Emma, Yanna en Tycho. Van te voren weten we nooit wat we daar gaan doen, we zien het wel, en altijd gebeurt iets. Nu komen we brandnetels tegen: Lekker, brandnetelsoep. Dus plukken we de brandnetels (later hoor ik dat je alleen de bovenste vier blaadjes moet plukken, die zijn het lekkerst). Miquel bewerkt ze vast voor in de soep en legt ze op een schoongemaakt stuk boomschors.
Dan gaan we verder verkennen. Miquel vindt een prachtige paddestoel met blad-afdruk op zijn hoed. Emma vindt er ook een. Yanna en Tycho maken een huisje van zand en een tak. We vinden nog stukken boomstam, die op dieren lijken. Met rode besjes maken we ogen: een enge slang. Ik vijl een stuk schors eraf: een eendensnavel en Emma is bezig met het mes om de hals van het op een geitje gelijkend stuk hout mooi glad te krijgen.
Terug overgiet ik de brandnetels met kokend water, haal de mooie blaadjes eraf voor in de bouillon en snijd die in kleine stukjes. Hoe het smaakt? Het is een beetje als andijvie. De brandnetels prikken niet meer, maar je voelt nog wel de pukkelige structuur van het blad. Eet smakelijk!