Vrijdag 9 februari
Een koude ochtend. Sneeuw is voorspeld. Het vuurtje brandt, maar het duurt lang voordat de oven echt heet is. Binnen help ik met het uitrollen van het deeg en het beleggen van de pizza’s. Buiten wacht een lange rij tot hun pizza aan de beurt is. Ahmed, de vader van Nour, houdt het vuur brandend en zorgt dat iedereen een goed gelukte pizza op zijn bord krijgt. Zo bezig ben ik met bloem strooien, deeg rollen, beleg aanvullen, dat ik niet in de gaten heb wat er in de rest van de school gebeurt.
Dat merk ik om 14 uur ’s middags, als we geroepen worden voor het optreden. Liesbeth, moeder van Asawini, die vanuit Suriname een maand bij ons op school zijn geweest, heeft het theater omgetoverd. De ramen zijn verduisterd, er branden twee lichtbollen op de piano, bij de ingang krijgen we een programma en als iedereen stil is komt Dechen naar voren. “Dames en heren, uw aandacht alstublieft, vandaag zullen voor u optreden…” Een voor een kondigt hij de spelers aan. Eerst de pianisten, die na 3 weken oefenen ongelooflijke stukjes op de piano kunnen spelen. Zoals “Clair de Lune” van Debussy, dat Jozua ten gehore bracht. Luid applaus voor iedereen. Er volgt meer. Performing arts, ik wist niet wat het was, maar zie het nu. Een groepje leerlingen komt op, dansend, pratend, dezelfde woorden, maar door elkaar heen. Dan bevriezen ze en komen weer tot leven en zeggen ze om de beurt een eigen zin, iets dat over henzelf gaat. Kort, maar zeer krachtig. Wat een kunst, om met zo weinig middelen, in zo’n korte tijd, zoiets tot stand te brengen.