Donderdag 13 november. Om 9.00 uur staat iedereen klaar voor vertrek naar de moskee Noeroel Islam in Den Haag. We lopen door het bos naar tram 12. Sjoerd ziet hem als eerste aankomen en weet ook precies wanneer we eruit moeten. Dat is sneller dan ik gedacht had: een kwartier te vroeg staan we voor de moskee. We lopen een rondje eromheen, bewonderen de minaret en de sikkel. "Hoe lang zou die toren zijn?"vraagt Heleen. Dan gaan we toch maar naar binnen. Limonade en koekjes in een grote ruimte. De imam zit erbij en kijkt het aan. "Bent u wel eens in Mekka geweest?" vraagt Miquel. "Ja, wel 20 keer. Ik ga ieder jaar 1 en soms 2 keer", vertelt de imam. Hij begeleidt ook groepen ouderen die naar Mekka reizen.
We gaan naar boven, Job doet zijn opname-apparaat aan, zodat ook hij een herinnering aan deze dag heeft. Boven doen we onze schoenen uit en komen in een grote, heldere ruimte, met kleden op de vloer en een koepel in het midden, met daarin een prachtige kroonluchter. Wij gaan zitten op de kleden en de imam vertelt over de vijf zuilen van de Islam, over hoe het bidden gaat (de beheerder van het gebouw doet dat aan ons voor), we zien de kralenketting met 99 kralen (de 99 schone namen van Allah) en de Koran. "Moet je bidden?", vraagt Job. "Ja, dat hoort erbij", zegt de imam. "Als je je echt moslim wilt noemen."
De kinderen zijn onder de indruk. We staan om de beurt nog even inde nis, waar het geluid versterkt klinkt in de ruimte. We zien wat er achter de nis is, waar ze zich wassen, de eetzaal, de keuken, de ruimte waar doden opgebaard kunnen worden. Vooral Miquel is hiervan onder de indruk. Met een hoofd vol beelden van licht en ruimte, Arabische letters, keren we terug naar school.