DSC00396

Donderdag 1 september. Een steeds terugkerende vraag: hoe zorg je ervoor dat iedereen opruimt waar hij mee bezig is geweest? Opvoeden tot opruimen dus eigenlijk. Van alles hebben we al geprobeerd. Corveetaken aan het eind van de dag, briefjes met je naam bij een werkje als je het wilde laten staan (en dus niet hoefde op te ruimen), spellen en materialen geordend in kasten en kratten. Steeds werkte het wel even. Maar het blijft alleen maar werken als je er voortdurend aandacht aan schenkt. En dat is lastig. Want kinderen spelen, gaan van hier naar daar en terug en laten een spoor van spullen achter. Het spel is vaak leuk en inspirerend. Op dat moment is er nog geen sprake van opruimen, want ze zitten nog midden in hun activiteit. Even kijk je niet, houd je je bezig met iemand anders, en als je weer kijkt: rommel! De kinderen zijn gevlogen en alweer bezig met hun volgende project. Je haalt ze terug, spreekt ze aan, helpt mee. Jij merkt, zij merken: opruimen is eigenlijk best leuk: fruit bij fruit sorteren, knikkers bij knikkers, dobbelstenen bij dobbelstenen. Of alle bakstenen die verspreid in de tuin liggen weer terug brengen naar de oorspronkelijke stapels. Opruimen is een feestje zo, als je het gezellig maakt, samen bedenkt hoe je het wilt hebben en bezig bent alsof het een spel is. Misschien is dat een goede benaming: opruimspel of opruimfeestje (met muziek). Ik ga het uitproberen.