Donderdag 19 maart. Alle kinderen en begeleiders hebben nagedacht over een dier dat bij hen past, waar ze kracht uit kunnen halen en dat hen kan helpen in moeilijke situaties. Claudia gaat ons vandaag helpen om te ervaren of we het goede dier voor onszelf hebben gekozen. Sommige kinderen kiezen een dier dat ze kennen als huisdier: aaibaar en zacht, lief en grappig. Een ander kiest een vis: mooie kleuren en fijn in het water; een draak die groot is en kan vliegen; een leeuw met sierlijke manen; een snelle cheetah; een grote beer; een eend die kan vliegen, lopen en zwemmen; een wijze uil. Rond het kampvuur stellen we ons voor dat we ons dier ontmoeten en een wandeling met hem gaan maken. En het bijzondere is: iedereen maakt iets mee met zijn dier. Dat kan iets heel anders zijn dan je van te voren in je hoofd had verzonnen. Je beleeft het nu niet met je hoofd, maar vanuit je hart.
Mijn uil bijvoorbeeld, waarvan ik dacht dat die wijsheid en rust zou uitstralen, liet eerst zijn klauwen zien met een prooi daarin. Later boden zijn vleugels mij bescherming.
Het was een mooie dag.