13-17 januari. Het begon. Waar? Precies weet ik het niet meer, maar een stukje is nog wel te reconstrueren. Zo ging het: twee vijf-jarige jongens, Dechen en Keiro, speelden de hele week iedere dag heel veel buiten: tikkertje, verstoppertje en zelfverzonnen spellen waarmee ze punten konden verdienen. Na het voorlezen in de ochtend en misschien een heel klein stukje van een spel binnen, konden ze niet wachten om naar buiten te gaan. De koek van 10 uur werd in het souterrain gehaald en buiten opgegeten. Ook de boterhammen van de lunch aten ze buiten. Die middag, donderdag, wilden ze graag meekijken naar het Klokhuisfilmpje voor geschiedenis: over Willem van Oranje, vader des vaderlands. We keken naar het verhaal en deden een quiz over het koningshuis. Daar kwam de koningsvlag in voor. Na afloop maakte iedereen een tekening van een stukje uit het filmpje. De kogelgaten in de muur van het Prinsenhof in Delft werden getekend. En de koningsvlag.
De vijfjarige jongens denken: een vlag, daar moet een stok aan. Buiten zoeken ze een tak en plakken hun vlag eraan. Een stok met vlag, daar hoort een spel bij. Ze hoeven er niet eens over na te denken. Met zijn drieën (de vierjarige Artemisia mag ook mee doen) lopen ze de trap op, zoeken passende verkleedkleren en spelen hun spel met de drie vlaggen. Zwaaien, lopen, roepen.
De volgende dag, vrijdagochtend-spelletjesochtend. We spelen het mollenspel. Dan zeggen Dechen en Keiro: spelletjes kunnen we toch ook buiten spelen? Natuurlijk kan dat. We doen tikkertje, meespeeltikkertje, verstoppertje. Dan wil de een poesje zijn, een ander een hond, de fiets krijgt een rol. Eindeloos spel. En hier kan het, van spel naar spel op De Vrije Ruimte. Leer je ergens meer van?