Maandag 31 oktober. Alweer een maand bijna voorbij. Eerder licht ’s morgens en eerder donker ’s avonds. Even wennen aan deze nieuwe tijd. Schoolkring gaat al over Sinterklaas (wat gaan we doen, lootjes trekken of dobbelspel? Het wordt een combinatie van deze 2) en over de naderende week van het geld. De tijd gaat snel. Voor je het weet (boodschappen gedaan, schoolkring, spelling) is het tijd voor de lunch en dan is Herman alweer daar. “We moeten gaan…”. Hij in zijn auto met 2 kinderen, ik op de fiets met 12 kinderen. Het gaat goed. Om 12.45 uur zijn we bij het Vredespaleis. Al spannend als we naar binnen gaan. Bjorn moet zijn legerzakmes afgeven. Aan het einde van het beozek krijgt hij het weer terug. Cor, tuinman en kennis van Herman, leidt ons rond. Eerst op zijn domein, de tuin, waarin hij vertelt over de Haagse Beek (waarvan het water in een buis onder de vijver loopt, omdat het zo stonk), het beeld van Erasmus (de eerste Nederlandse komiek, zegt Herman), de ronde bank, waarop je tegen elkaar kunt fluisteren, zo goed is de akoestiek. Binnen moeten we stil zijn, er zijn mensen aan het werk.
We zien de ramen en beelden: alles heeft te maken met de landen die meewerkten aan het Vredespaleis. Een binnentuin met ijsberen en dolfijnen en fontein. Mooie mini-tegeltjes op de vloer, met de hand gelegd door heel veel vrouwen. Ook mogen we naar de bibiotheek. Een wonder van draaibare kasten en eeuwenoude boeken. “Draai maar eens 30.000 kilo naar deze kant”, zegt Jeroen van Vliet, die ons rondleidt. Hij werkt in de ze bieb en laat ons het in 1625 uitgegeven boek van Hugo de Groot – in het Latijn- zien. Legt uit dat mensen vroeger (in de 17e eeuw) in hun hele leven net zovele laters als er letters in de Volkskrant van zaterdag staan. Verschrikkelijk weinig dus in onze ogen. Boeken waren duur en zeldzaam. In de bijbel lazen ze wel. Om de boeken kwam een kaft, een kunstwerk op zich. De naam van het boek stond er niet op, want die naam had de boekdrukker geschreven, op de 1e bladzijde het boek. Zo kom je nog eens wat te weten. Terug in de tuin, langs de bewaking, naar huis. Dank je wel Herman, Cor en Jeroen voor deze bijzondere ervaring!